10 april 2007

Pleidooi om normaal te doen…

VFG geeft graag het woord aan ervaringsdeskundigen. Daarom leek het ons een leuk idee om af en toe enkele mensen hun gedacht te laten zeggen.
Wil je graag reageren, doe dit dan gerust op deze manier.
De eerste in de rij is Artz'ke.

Pleidooi om normaal te doen…

Mensen zijn nieuwsgierige wezens. Als je je als rolstoelend individu in het openbare leven vertoont en je komt al eens op toevallige wijze met iemand “aan de klap”, dan krijg je steevast na 5 minuten een vraag over je situatie. Meestal is het dan van : “en komt dat nog goed ?”, of , “heb je dat al lang ?”, of, “hoe is dat gebeurd ?”, en meer van dat soort onzin. Dan verwacht je – verder totaal onbekende – gesprekspartner dat je je hele leven even op tafel gooit, als was dit de normaalste zaak van de wereld. Welk een pretentie om schaamteloos in iemands privé-leven binnen te dringen.

Ik vraag toch ook niet welk modieus kapsel je vanonder hebt? (hoewel dit me zeer boeit, als zoon van een kapper is dit genetisch bepaalde interesse…) Ik vraag toch ook niet of je lelijk gezicht aangeboren is, dan wel het gevolg van een vreselijk trauma ? Ik vraag toch ook niet of je altijd zo stinkt of alleen maar na je zeven dagen niet gewassen te hebben? En ik vraag ook niet of die kleine in de kinderwagen jouw kind is, of een pub van die franse buldog die je aan de lijn houdt…

Vrouwen hebben in deze een iets subtielere wijze van “curieus” zijn. Ze trachten meestal via een ommetje, of via andere personen, de details over je situatie te weten te komen. Mannen gaan recht op de man af, je weet wat er gaat komen als de zin begint met : “zeg, nu even onder ons gezegd, …”. Alsof er een geheim complot gesmeed wordt waarbinnen alle geheimen veilig zijn en blijven. Maar, finaal gezien, zijn mannen en vrouwen even nieuwsgierig.

En ik begrijp dat. Maar dat wil nog niet zeggen dat je je het recht mag toe eigenen je gesprekspartner aan een kruisverhoor te onderwerpen over zijn toestand. De vragen die gesteld worden horen thuis onder vrienden, onder mensen die elkaar kennen. Niet onder wildvreemden die toevallig in dezelfde rij staan aan te schuiven aan een kassa.

Maar ook overheden, mutualiteiten, verzekeringen, werkgevers, noem maar op, zijn daar héél sterk in. Op administratieve wijze dan. Eens het hulpmiddel dat je gebruikt wat groter is dan de doorsnee bril die de mensen dragen, willen ze plots het recht hebben ten allen tijde je “medisch dossier” in te kijken. Nee verdomme ! Die toelating krijgen ze niet van mij ! Laat ze het maar netjes aan mij zelf komen vragen als ze iets willen weten. En dan zal ik nog wel zien of ik daar op antwoord ! Want ik geloof al lang niet meer dat alle bemoeienissen zo “ter goeder trouw” zijn.

Terug naar onze nieuwsgierige mensen. Als beleefde jongen zeg ik steevast goeiemiddag, alsjeblief, dankuwel en tot ziens in de winkel, restaurant of op de markt. Je zou dan verwachten dat de mensen ook bedankt en tot ziens zeggen. Nee hoor, heel vaak is de afscheidsformule : “het beste hé…”.

Zeker niet kwaad bedoeld hoor, maar dat oudje dat achter mij komt heeft het met haar krappe pensioentje en hoge medische kosten wellicht véél moeilijker om te (over)leven. Maar ja, aan de buitenkant zie je dat niet…

Artz’ke

Geen opmerkingen: